Het Nederlands Paviljoen op de EXPO 2000 in Hannover
In 2000 vond in Duitsland de laatste grote wereldtentoonstelling plaats. Omdat Duitsland een zeer belangrijke handelspartner is, wilde Nederland met een goede inzending voor de dag komen. Met een overheidsbudget van 60 miljoen gulden moest er een bijzonder paviljoen worden gebouwd met als thema “Holland schept Ruimte”. Namens de Rijksgebouwendienst mocht ik als projectmanager leidinggegeven aan de bouw van dit paviljoen. Een unieke ervaring met een prachtig resultaat!
Belangrijke rol voor de Rijksgebouwendienst
De uitvoering van het project lag in handen van de Stichting Nederland Wereldtentoonstellingen (SNW), onder voorzitterschap van mevrouw Silvia Tóth. Vanwege slechte ervaringen met de bouw voor de vorige wereldtentoonstelling in Sevilla, wilde de overheid het ditmaal extra serieus aanpakken. Dit hield in dat de Rijksgebouwendienst actief werd betrokken bij het project. Rijksbouwmeester Wytze Patijn kreeg de verantwoordelijkheid voor de selectie en begeleiding van de architect en het ontwerp. En ik kreeg – na een landelijke selectie – als RGD-projectmanager de leiding over de bouw van het paviljoen.
Bijzondere stapeling van Nederlandse landschappen
Architectenbureau MVRDV kwam met een zeer bijzonder ontwerp voor het paviljoen, dat een stapeling van Nederlandse landschappen moest voorstellen. Op het dak kwam een polderlandschap van 1000 m2, met zes windmolens en daaronder een theater met 400 zitplaatsen achter een zes meter hoog ‘regengordijn’. De bovenste helft van het paviljoen werd gedragen door dertien ‘constructieve’ eiken van circa een meter doorsnede, staande te midden van een echt bos met groeiende bomen.
Unieke integratie van bouw, inrichting en tentoonstelling
Wat het extra uniek maakte, was dat het EXPO-paviljoen in zijn geheel een belangrijk onderdeel vormde van de tentoonstelling waarmee Nederland zich als land presenteerde. De bouw van dit paviljoen was uiteraard al een uitdaging op zich, maar vanwege de nauwe verbondenheid met de tentoonstelling zelf, werd ik uiteindelijk niet alleen verantwoordelijk voor de bouw van het paviljoen zelf, maar ook voor de complete inrichting. Een nieuwe uitdaging die ik natuurlijk graag aanging!
Creatieve oplossingen voor nog niet eerder gemaakte onderdelen
De complexiteit van dit project zorgde voor veel onzekerheid bij de betrokken partijen. Veel onderdelen van het paviljoen waren namelijk nog nooit eerder gemaakt. Dat leidde tot veel uitzoekwerk en onvoorziene problemen die ik vaak ter plekke op een creatieve manier moest oplossen. De constructieve bomen stonden bijvoorbeeld nog op stam in het productiebos in Denemarken, op het moment dat ze al in het paviljoen hadden moeten zijn. Door dit soort hindernissen liepen we zo’n vier maanden voor de opening ook vier maanden achter op de planning…
Prachtig resultaat dankzij fantastisch teamwork
Ondanks deze tegenslagen is het samen met ons fantastische team gelukt om dit huzarenstukje voor elkaar te krijgen, en het paviljoen op tijd op te leveren voor de opening op 1 juni 2000. Op 6 juni heb ik, samen met Jacob van Rijs van architectenbureau MVRDV, koningin Beatrix, prins Claus en prins Willem Alexander mogen rondleiden door het Paviljoen.
Het was een zware klus, maar het leverde ook heel veel werkplezier op. En het resultaat was er een om trots op te zijn. Het Nederlandse paviljoen werd zelfs de Eiffeltoren van de EXPO 2000 genoemd.
Natuurlijk ben ik ook bijzonder trots op de speciale vermelding door Silvia Tóth in het voorwoord van het eindrapport van SNW: “Bijzondere dank gaat ook uit naar Henk Timmerman, projectmanager van de bouw, die een belangrijke rol heeft vervuld in de totstandkoming van het paviljoen.”
Als kroon op al dit werk volgde in 2001 de nominatie voor de Nederlandse Bouwprijs.