Herontwikkeling Gevangenisdorp Veenhuizen

Tussen 2000 en 2006 heb ik als onafhankelijk projectmanager leiding gegeven aan de herontwikkeling van het monumentale gevangenisdorp Veenhuizen. Een belangrijk onderdeel was het opstellen van een gemeenschappelijk gedragen ontwikkelingsvisie.

Het dorp Veenhuizen is in 1823 ontstaan als één van de koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid. In Nederland is het bekend als gevangenisdorp, omdat er sinds jaar en dag een aantal Penitentiaire Inrichtingen (PI) is gevestigd. Ooit waren nagenoeg alle gebouwen in het dorp onderdeel van het gevangeniscomplex, maar nu zijn nog slechts twee PI’s in gebruik. De andere gebouwen hebben hun gevangenisfunctie verloren.

Nieuwe bestemming voor leegstaande monumenten

Rond 2000 telde het dorp zo’n 20.000 vierkante meter aan leegstaande en vervallen monumentale panden. De gebouwen waren eigendom van de Rijksgebouwendienst (RGD), die het cultureel onroerend erfgoed in Nederland beheert. De leegstand van de panden werd uiteindelijk een financieel probleem. Dit was voor de RGD reden om op zoek te gaan naar een zinvolle nieuwe bestemming voor de panden en ze te restaureren.

Besluit was om de regie in handen te leggen van een onafhankelijke partij, zodat de politieke agenda van de RGD niet te veel invloed zou hebben. Dankzij mijn contacten met het bureau van de Rijksbouwmeester tijdens de EXPO 2000, werd ik als zelfstandig ondernemer gevraagd voor deze functie. Mijn opdrachtgever was een stuurgroep onder voorzitterschap van de burgemeester van Noordenveld, de gemeente waar Veenhuizen onder valt.

Bijzondere geschiedenis centraal in nieuwe visie

De historie van Veenhuizen was op dat moment bij weinig mensen bekend. En vrijwel niemand had ooit gehoord van de Maatschappij van Weldadigheid. Ik was echter al snel onder de indruk van de bijzondere geschiedenis van het dorp, en van de actuele waarde ervan. Deze leek mij heel goed bruikbaar voor de ontwikkelingsvisie voor het dorp.

Ik vond het belangrijk dat de ontwikkelingsvisie breed gedragen zou worden door zoveel mogelijk belanghebbenden van het dorp. Daarom organiseerden we diverse bijeenkomsten om deze visie samen te ontwikkelen. Resultaat was “Omzien naar Ontwikkeling, Perspectieven voor Veenhuizen”, met daarin een vertaling van oude waarden naar het heden. Want juist de historie bood aanknopingspunten voor de herbestemming van de leegstaande panden. Zo wilden we in de oude Melkfabriek bijvoorbeeld een kaasmakerij huisvesten en in de Graanmaalderij een ambachtelijke bierbrouwerij.

Om de visie ten uitvoer te brengen, richtte ik in opdracht van de stuurgroep het Ontwikkelingsbureau Veenhuizen (OBV) op. Daarnaast maakte ik een plan voor een zinvolle invulling van de panden rondom de drie thema’s Landbouw, Zorg en Kunst & Cultuur. Binnen deze thema’s zocht ik ‘programmamanagers’ die Veenhuizen in hun eigen netwerk konden promoten en op zoek konden gaan naar passende initiatieven. We organiseerden tevens bijeenkomsten rondom deze thema’s en zorgden voor de nodige publiciteit.

Ambitieuze plannen leidden tot mooie resultaten

Deze aanpak wierp al snel de eerste vruchten af. Veenhuizen stond volop in de belangstelling, wat tot verschillende initiatieven leidde. Zo werd er een IPO-congres georganiseerd en brachten ministers en zelfs Koningin Beatrix een bezoek aan Veenhuizen. Er lag inmiddels een plan voor een Landelijk Gevangenismuseum en verschillende ondernemers toonden interesse in de panden in het dorp.

Tijdens haar eerste bezoek aan Veenhuizen ontmoette ik Suzanna Jansen, de schrijfster van “het Pauperparadijs”. Ze wilde een artikel over Veenhuizen schrijven voor een Belgische krant. Ik vertelde haar over onze plannen en voorzag haar van materiaal. Het artikel werd uiteindelijk een boek. Hierin beschrijft ze heel mooi hoe ze de plannen in eerste instantie nogal ambitieus en hoogdravend vond, maar dat ze later, tijdens de opening van het Gevangenismuseum, tot een andere conclusie kwam: “De ideeën van de projectleider blijken een voor een werkelijkheid te worden.”

Nominatie voor UNESCO werelderfgoedlijst

In 2006 zat mijn taak als projectleider erop. Vrijwel alle panden waren voorzien van nieuwe huurders en er lagen concrete plannen voor restauratie. Alleen voor het Maallust-complex was nog geen ondernemer gevonden. In zijn afscheidsspeech kreeg ik van burgemeester Van der Laan een groot compliment: “Het is dat je voor levende mensen geen standbeelden opricht, maar anders….”

Op dit moment staat Veenhuizen, samen met de andere Nederlandse en Vlaamse koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid, op de nominatie voor de UNESCO Werelderfgoedlijst. Iets waar ik natuurlijk bijzonder trots op ben!

Adres

Hereweg 3a
9321 CL Peize

E-mailadres

henk@htmpact.nl

Telefoonnummer

06 - 11 000 676